Methodiekontwikkeling centraal in noordelijke GLB-pilot
en methodiek ontwikkelen voor optimale sturing van GLB-vergroeningsmaatregelen op boerenbedrijven. Dat is kerndoel van de GLB-pilot ‘Hoe? Zo!’. Deze wordt uitgevoerd door drie agrarische collectieven in Friesland en Groningen.
De pilot is een van zeven die onlangs zijn gestart in de aanloop naar het GLB 2021 – 2027. De Fries-Groningse pilot wordt uitgevoerd door de collectieven Noardlike Fryske Wâlden, Midden-Groningen en Groningen-West. Wouter Rozendaal, werkzaam bij Aequator Groene Ruimte, is projectleider.
Methodiekontwikkeling
De kern van deze GLB-pilot is dat vooral gekeken wordt naar de systeemkant, zegt Rozendaal. “In het nieuwe GLB ligt de nadruk op effectieve vergroening door agrarische ondernemers met zo min mogelijk administratieve lasten en regels. Wij gaan in deze pilot op zoek naar een methodiek voor planvorming en uitvoering om dat zo slim mogelijk te doen.”
Belangrijke vragen zijn volgens de projectleider: hoe kunnen de collectieven hierin sturen, wat is de rol van andere gebiedspartijen in de planvorming zoals landbouwcoöperaties, hoe is te organiseren dat boeren op een relatief eenvoudige manier de beste maatregelen nemen voor biodiversiteit en klimaat en hoe kan de administratie, verantwoording en controle zo efficiënt mogelijk worden geregeld?
Vijf gebiedsplannen
In de eerste fase van de pilot worden gebiedsplannen gemaakt. Het gaat om totaal vijf plannen in de werkgebieden van de drie collectieven. Bij de indeling van de gebieden is vooral uitgegaan van de landschappelijke structuur. Rozendaal: “De vergroening van de boerenpraktijk in een open weidegebied verschilt van die in een coulisselandschap. Ook de manier waarop je in gebieden invulling kunt geven aan doelen op het gebied van milieu, klimaat en biodiversiteit lopen uiteen.”
Bij de planvorming in de vijf gebieden worden gemeenten, provincie, waterschap en gebiedspartijen als terreinbeheerders en lokale natuur- en milieuorganisaties betrokken. Boeren en de partners in het gebied moeten elkaar inspireren om het beste resultaat voor milieu, klimaat en biodiversiteit te bereiken. De landelijke en provinciale doelen op deze thema’s worden geconcretiseerd naar het betreffende gebied en vervolgens vertaald naar concrete maatregelen. Hiervoor wordt in de vijf gebieden een SWOT-analyse uitgevoerd.
Boerendenktank
In elk van de vijf deelgebieden is een zogeheten boerendenktank gevormd, die meedenkt over de vertaling van gebiedsdoelen naar de agrarische praktijk. “Boeren weten heel goed wat wel en niet praktisch uitvoerbaar is. Ik constateer overigens nu al dat de maatregelen van de gebiedspartijen en die van de betrokken boeren niet ver uit elkaar lopen.”
Hij gaat ervan uit dat de vijf gebiedsplannen in juni gereed zijn. De bedoeling is dat vervolgens in ieder deelgebied een aantal boeren bedrijfsplannen maakt. Ook hier gaat het weer vooral om methodiekontwikkeling en niet zo zeer om het testen van de effectiviteit van de vergroeningsmaatregelen. In de pilot wordt bijvoorbeeld onderzocht hoe je kunt sturen op maatregelen tussen verschillende bedrijven en deze op elkaar kunt afstemmen. Daarbij wordt ook gekeken naar wat het juiste schaalniveau is om een maximaal doelbereik te realiseren.
Rozendaal: “Boeren maken hun eigen keuze uit een pakket van maatregelen dat is benoemd in het gebiedsplan. Sturing door het collectief is dan nodig om ervoor te zorgen dat op gebiedsniveau optimaal wordt gepresteerd. Wij zoeken in de pilot uit of het collectief de aangewezen partij is om die aansturing op zich te nemen en of deze zich dan moet richten op 5 bedrijven, 10 of 25 bedrijven.”
Puntensysteem met prikkels
Intussen wordt in de pilot een puntensysteem ontwikkeld. “We gaan uitzoeken welke financiële prikkels nodig zijn om op bedrijfs- en gebiedsniveau de doelen te bereiken.”
Dit puntensysteem met maatregelen wordt in een GIS-tool omgezet waarmee boeren snel inzicht krijgen in hun bedrijfsplan en de mogelijke maatregelen voor hun bedrijf met de bijbehorende vergoedingen.
Op kleine schaal worden de individuele bedrijfsplannen in 2020 in uitvoering genomen. Dat heeft tot doel om de ontwikkelde systematiek en de taak- en rolverdeling van de betrokken partijen te testen. De opgedane ervaringen worden, net zoals die van de andere GLB-pilots, ingebracht in het koepelproject van de zeven GLB-pilots.