Kamer wil meer inkomenszekerheid boeren in GLB
De Tweede Kamer maakt zich zorgen over verlaging van de basispremie in het nieuwe GLB. In een motie dringt de Tweede Kamer er bij LNV-minister Schouten op aan om het inkomen van boeren en tuinders mee te wegen bij de opstelling van het Nationaal Strategisch Plan.
Op dinsdag 28 mei zijn moties aangenomen van SGP en PVV. De partijen maken zich zorgen over de gevolgen die het nieuwe GLB zal hebben op de inkomenspositie van Nederlandse boeren en op hun concurrentiepositie ten opzichte van hun Europese collega’s.
Basispremie
De SGP vraagt minister Schouten om een scenario op te stellen met ten minste 60% van het GLB-budget voor de basispremie. Ook wordt haar gevraagd om de gevolgen van de verschillende scenario’s voor het bedrijfsinkomen en de economische vitaliteit van landbouwbedrijven in kaart te brengen en dat in het vervolgtraject mee te wegen.
Gederfde inkomsten
Roelof Bisschop van de SGP stelt vast dat in alle geschetste scenario’s voor invulling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid slechts 30% tot 35% van het budget voor directe betalingen wordt uitgetrokken voor de basispremie, inclusief vergroeningseisen, terwijl dat nu meer dan 90% is.
De gewenste, doelgerichte betalingen zijn volgens hem met name een vergoeding voor gederfde inkomsten en gedane investeringen, zodat het meer dan halveren van de basispremie grote gevolgen kan hebben voor het bedrijfsinkomen van boerenbedrijven.
Concurrentiepositie
Barry Madlener van de PVV roept minister Schouten in een motie op om bij de onderhandelingen over het nieuwe GLB een relatieve verslechtering van de inkomenspositie van Nederlandse boeren, als gevolg van een andere subsidieverdeling niet te accepteren. Hij stelt vast dat Nederland binnen de Europese Unie inzet op lagere subsidies, maar dit mag wat hem betreft niet leiden tot een slechtere concurrentiepositie van Nederlandse boeren ten opzichte van hun Europese concurrenten.