LTO: GLB-budget voor Nederland omlaag
Volgens eerste berekeningen in Brussel over de verdeling van het GLB-budget over de lidstaten krijgt Nederland € 717,4 miljoen voor pijler 1 (inkomenssteun) en € 73,3 miljoen voor pijler 2 (POP). Dat is een verlaging, hoe je er ook aan rekent, meldt LTO Nederland op zijn website.
In de lopende GLB-periode (2014 – 2020) daalde het budget voor pijler 1 van € 800 naar € 732 miljoen. Voor pijler 2 was gemiddeld € 85 miljoen uit Brussel beschikbaar. Conclusie van LTO is dat Nederland behoorlijk inlevert op het bestaande GLB-budget, zeker als rekening wordt gehouden met de inflatie.
De organisatie baseert zich op ‘eerste berekeningen’ in Brussel. Dat staat in een update over de discussies die in Brussel worden gevoerd over het nieuwe GLB dat zeer waarschijnlijk in januari 2023 ingaat.
Aanscherping eisen
Er liggen voorstellen om de eisen voor uitbetaling van de basissteun aan te scherpen. Een deel van het geld uit pijler 1 wordt ingezet voor eco-regelingen waar boeren vrijwillig aan kunnen deelnemen. LTO verwacht dat over de extra eisen aan de basissteun en de eco-regelingen in de loop van oktober 2020 door de Raad van landbouwministers en het Europees Parlement standpunten worden ingenomen. Vervolgens moeten Europese Commissie, Raad van Landbouwministers en Europees Parlement het in een zogeheten triloog eens worden met elkaar.
De inzet van LTO is om de eisen aan de basispremie gelijk te houden aan wat nu geldt. Extra eisen moeten opgenomen worden in een keuzemenu voor de eco-regelingen.