Onderzoekers pleiten voor stevige ecoregelingen
Het breed toegankelijk maken van ecoregelingen in het nieuwe GLB leidt tot maatregelen die voor het milieu nauwelijks zin hebben. De milieukwaliteit van het landelijk gebied is relatief slecht. Lichte en goedkope maatregelen door boeren hebben daarom weinig effect.
Dat schrijven Jetske Bouma (Planbureau voor de Leefomgeving), Frank Oosterhuis (VU) en Mark Koetse (VU) in een artikel op de website van het economisch vakblad ESB.
Hoog ambitieniveau nodig
Volgens de onderzoekers kan het GLB bijdragen aan een duurzame landbouw, mits het geld gericht wordt ingezet. Zij constateren dat er stemmen opgaan om de toekomstige ecoregelingen breed toegankelijk te maken. Dan hebben namelijk zo min mogelijk boeren last van inkomensverlies. Effect is echter dat het ambitieniveau dan laag moet blijven, terwijl de maatregelen die nodig zijn voor natuurherstel juist vragen om een hoog ambitieniveau. “Het dun uitsmeren van de ecoregelingen geeft nauwelijks een financiële prikkel om maatregelen te nemen die zoden aan de dijk zetten”, betogen de onderzoekers.
Resultaten goed monitoren
Boeren moeten alleen worden betaald voor ecosysteemdiensten als zij die diensten ook daadwerkelijk leveren. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, stellen de onderzoekers. Weidevogelstand en waterkwaliteit worden namelijk bepaald door meer factoren, de inspanning van boeren is slechts een daarvan. Zij wijzen op de zoektocht van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel naar een monitoringssysteem dat de bijdrage van boeren inzichtelijk maakt. “Zo’n systeem is van groot belang voor de vergroening van de landbouw in Nederland.”
Hogere marktprijzen
Verduurzaming van de landbouw moet niet alleen afhankelijk zijn van het GLB, schrijven de onderzoekers in hun artikel. Publiek-private samenwerkingsverbanden met ketenpartijen verdienen ook aandacht. Daarnaast moeten consumenten een bijdrage leveren via hogere marktprijzen. En banken kunnen een bijdrage kunnen leveren via renteprikkels.