Conferentie I’m In: Workshop Vitaal Platteland
De workshop Vitaal platteland ging over LEADER-subsidieregelingen vanuit Europa, waarmee nu 30 jaar plattelandsontwikkeling in Europa wordt ondersteund. De regelingen maken gebruik van 5% van het nationale Plattelands Ontwikkelings Programma’s (POP)-budget, die het rijk via de provincies beschikbaar stelt. POP bestaat naast de reguliere landbouwsubsidies vanuit het GLB.
LEADER-subsidies werken vanuit principes van samenwerken, en vereisen een bottom-upbenadering. Lokale actiegroepen (LAG’s) bedenken samen Lokale Ontwikkelings Strategiën (LOSsen) waar gesubsidieerde projecten binnen moeten vallen. Die lokale zeggenschap is belangrijk, blijkt uit de workshop. De sprekers, bijna allemaal LEADER-projectleiders uit de provincies, benadrukken allemaal dat de regio’s zelf het beste weten wat er speelt en wat er nodig is.
Zelfs de vrij globale omschrijving dat gelden ingezet moeten worden voor ‘het bevorderen van de werkgelegenheid, sociale inclusie, lokale ontwikkeling met inbegrip van een bio-economie en duurzame bosbouw’ is voor een meerderheid nog te smal, blijkt uit de eerste poll. De exacte uitslag volgt binnenkort.
Volgens toehoorders, veelal leden van LAG’s, is het belangrijk dat de kaders breed worden neergezet en dat regio’s zelf bepalen wat goed voor hen is. “Als jongeren het belangrijk vinden om aan de slag te gaan met klimaat en biodiversiteit, dan is het niet des LEADERs om te zeggen: dat mag niet.”
Leefbaarheid is een thema in veel krimpgebieden, waarbij het op peil houden van voorzieningen een uitdaging is. Dat gelden daarheen gaan, vindt een meerderheid (74%) terecht. De krimp is echter in sommige regio’s ook alweer achterhaald. Zoals in Oost-Groningen, waar door de krapte op de huizenmarkt en de komst van arbeidsmigranten de krimp meevalt. Andere thema’s mogen daarom niet worden vergeten.
Nieuwe periode
In 2023 gaat een nieuwe periode van – dit keer – vijf jaar in. Wat moet er dan veranderen ten opzichte van nu? In een aantal polls worden meningen gevraagd. Zoals de vraag of nieuwe gebieden net zoveel kans moeten kunnen maken op een toekenning van subsidie als bestaande regio’s. 73% vindt van wel, ook al is de volgende termijn slechts vijf in plaats van zeven jaar én blijkt uit ervaring dat gebieden echt een paar jaar tijd nodig hebben om op stoom te komen. “Misschien kunnen ze nu vast beginnen met de voorbereiding”, opperde een LEADER-coördinator.
In de chat en uit reacties van sprekers kwam de uitdrukkelijk wens naar voren dat de administratieve lasten en de eis van voorfinanciering in de nieuwe periode moeten worden geschrapt. “Alleen zo krijg je een echte bottom-up benadering”, aldus een van de LEADER-projectleiders.