Webinar conferentie - Het GLB in breder perspectief
In dit webinar is ingegaan op de bredere context van het GLB. Hoe verhoudt zich de voedselproductie tot andere maatschappelijke doelen? Hoe zorgen we voor een goede samenhang en samenwerking? Want het GLB kan het niet alleen en kan niet alles. Aan tafel: Hank Bartelink, ( directeur bestuurder Landschappen NL), Jan Sevenster (manager GLB bij LNV, Dirk Duizer (directeur bestuur en corporatie Rabobank en voorzitter topsector Agri & Food), Sjaak van der Tak (voorzitter LTO Nederland), en Martin Scholten, strategisch adviseur van de raad van bestuur van Wageningen Universiteit en Research.
Eerste oogst van reacties op het NSP
Allen zijn eensgezind over de meerwaarde van de sterkere focus op vergroening. Dat is echt een stap in de goede richting, maar het moet wel betaalbaar blijven voor de boer. Een zorg schuilt in de combinatie van minder inkomenssteun bieden maar ook meer inzet vragen. Het nieuwe ondernemerschap dat van ze gevraagd wordt vraagt meer maatwerk, kennis en vaardigheden en nauwkeuriger administraties. De verwachting is dat de boeren van de toekomst hoog geschoold zullen moeten zijn. Het GLB kan hierin zeker voorzien, maar is geen oplossing voor alles.
Boer kan het niet alleen
Volgens Scholten is het een utopie te denken dat alleen de boer aan de lat staat. Hij ziet het GLB als ‘een steun aan de boer om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke uitdagingen, de kwaliteit van de leefomgeving.’ Bartelink (Landschappen NL) herkent dat beeld en vindt het GLB te conservatief: ‘Landbouw is een van de elementen die kan bijdragen aan die complexe opgaven. Maar dan moeten we echt een groter deel van het geld gaan inzetten om te belonen naar prestaties.’ Sevenster (minLNV) vult daarop aan: ‘Meer focus op de vraag hoe je maatschappelijke doelen gaat bereiken. En tegelijk in de gaten houden dat de inkomenssteun nog wel voldoende blijft.’ Van der Tak (LTO) specificeert daarin dat boeren met weinig hectaren landbouwgrond niet heel veel maatregelen tegelijk kunnen doorvoeren. ‘Laten we hen de maatregelen die ze wél nemen gewoon beter belonen.’
Niet voorschrijven maar ruimte geven
Volgens Scholten (WUR) is het belangrijk om minder onderscheid te maken tussen natuur en landbouw. ‘We moeten veel meer inzetten op verbinding van beide. Daag ze uit om samen te werken. We moeten voorkomen dat de eco-regeling te veel gaat voorschrijven.’ Van der Tak ziet ook veel meerwaarde om niet te veel op te leggen en veel ruimte te geven: ‘Ondersteun ze met geld, breng het peloton in beweging om zo ook de koplopers op te stuwen. We moeten niet meer in pilots denken, maar echt gaan opschalen.’ Duizer (Rabobank en Agri & Food) ziet veel jonge boeren goed ondernemen, maar merkt op dat geld ook niet altijd het verschil maakt. ‘Een stabiele regelgeving is minstens zo belangrijk.’ Daarop vult Bartelink (Landschappen NL) aan door te stellen dat jonge ondernemers nieuwe kennis en vaardigheden moeten ontwikkelen via scholing. Ook dat helpt ze verder.
Biologische landbouw als voorbeeld maar niet als kader
Biologische landbouw is slechts een van de routes naar verduurzaming, en zeker niet de enige. Sevenster (minLNV) merkt op dat vanuit het GLB inspanningen op dat vlak beloond kunnen worden. Een belangrijke voorwaarde vindt hij ‘dat er wel markten zijn of ontstaan voor de producten die ze biologisch produceren.’ De sector is met ongeveer 4% nog vrij klein en de Europese ambitie met 25% groot. Maar Van der Tak (LTO) ziet wel belangrijke ontwikkelingen die gesteund moeten worden: ‘Biolandbouw mag wel een steuntje gebruiken. De consument zet nu stappen, net als supermarkten, maar die mogen nog wel extra stappen zetten. Bio-schappen inrichten, verduurzaming in het vaandel zetten. Via de eco-regeling kunnen we in ieder geval boeren in die richting bewegen.’
Wat geven ze het NSP mee?
Tot slot een open vraag aan alle tafelheren. Wat vinden ze belangrijk bij de verdere uitwerking van het NSP? Bartelink (Landschappen NL): ‘Nog meer ambitie om versnelling te bereiken in de integratie van voedselproductie in alle andere functies van het landelijk gebied.’ Sevenster: ‘GLB niet zien als een last maar als bron voor inspiratie en perspectief zodat nog meer boeren gaan meedoen.’ Duizer (Agri & Food): ‘Dat boeren het gevoel krijgen dat ze echt met anderen optrekken, dat we meer gaan samenwerken.’ Van der Tak: ‘Een mooi keuzepakket dat ruimte geeft om vanuit inspiratie en ondernemerschap aan de slag te gaan.’ Scholten (WUR): ‘Stoppen met mopperen op het NSP, zie het als instrument om stappen te gaan zetten met focus op lokaal bestuur en gebiedsgerichte aanpakken.’