Eindrapport pilot Vergroening van waterrijke veenweidegebieden beschikbaar
Een simpel en stimulerend puntensysteem. Kansen voor het ‘opstapelen’ van beloningen via het GLB en de zuivelketen. En 4 tot 8 procent meer ‘blauwe dooradering’ in poldergebieden, waardoor bijvoorbeeld dieren en insecten makkelijker hun weg vinden. Dit zijn een paar van de bevindingen van de pilot ‘Vergroening van waterrijke veenweidegebieden’, waarvan nu het eindrapport beschikbaar is.
Waterrijke veenweidegebieden
Omdat de veenweidegebieden de komende jaren voor serieuze uitdagingen staan (denk aan bodemdaling en klimaat), is hun positie in het nieuwe GLB van groot belang. Dus toen zich eind 2018 de mogelijkheid voordeed om hiervoor ideeën te leveren in een GLB-pilot, hebben drie collectieven (Water, Land & Dijken, Noord-Holland Zuid en Rijn Vecht & Venen) hun kans gegrepen. Hun gezamenlijke werkgebieden omvatten 60 à 65.000 ha veenweidegebied in Noord-Holland en Utrecht.
Resultaten
De pilot begon met drie speerpunten:
- Ontwikkelen en testen van een keuzemenu met puntensysteem voor bodem-, water en klimaatmaatregelen.
- Verkennen van de afstemming van het ontwikkelde puntensysteem met duurzaamheidsinitiatieven van de zuivelketen.
- Het creëren van een effectieve groenblauwe dooradering in polders.
De drie collectieven vonden bij elk speerpunt hoopgevende resultaten en ook een paar drempels en aandachtspunten. Zo vonden de deelnemende agrariërs het puntensysteem simpel en stimuleert het hen om te werken aan een duurzame bedrijfsvoering. Wel moeten we nog even wachten op resultaten van andere pilots om de aandachtspunten van dit systeem beter in kaart te krijgen, zeggen de initiatiefnemers.
De aansluiting op de zuivelketen is ook positief: veel maatregelen voor duurzame productie in de zuivelketen passen goed bij de maatregelen in het puntensysteem. Wel waarschuwen de collectieven dat op langere termijn de kans bestaat dat de keten zich sterker gaat richten op “regionale specialiteiten en/of goed vermarktbare zaken zoals weidevogels, en minder op ‘onzichtbare’ zaken als bodem, water en klimaat”.
De ‘groenblauwe dooradering’, tot slot, heeft geleid tot zichtbare resultaten: de poldergebieden laten 4 tot 8 procent meer dooradering zien. Dat duidt erop dat landbouwgrond en natuurlijke grond beter op elkaar afgestemd zijn. Het bleek wel lastig om deze dooradering in samenspraak te ontwerpen en om extra maatregelen in te passen in polders waar al veel ANLb (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer) lag.
Verder lezen
Het hele rapport is te vinden via de website van Water, Land & Dijken